‘Sommige topsport leerlingen hebben er ook nog een bijbaantje bij, waarvan ik denk hoe doe je het?’

Jonge topsporters hebben het erg druk. Naast sporten gaan ze nog naar school, hebben een sociaal leven en soms ook nog een bijbaan. Ze staan er dan ook niet alleen voor en krijgen hulp van topsportbegeleiders.

Jonge topsporters die op hoog niveau spelen en daarnaast nog hun middelbare school diploma proberen te halen, krijgen een status van de stichting Landelijke Organisatie Onderwijs en Topsport, LOOT-status. Met deze status kunnen sporttalenten gebruik maken van de faciliteiten waar een Topsport Talentenschool over beschikt. Zo hoeven ze bepaalde vakken, als gym en tekenen, niet te volgen. Het kan ook voorkomen dat de leerling moet trainen tijdens schooltijd. Dan worden de gemiste lessen een andere keer ingehaald door bijvoorbeeld met een andere klas die les te volgen. Ook kunnen de jonge topsporters er voor kiezen om gespreid examen te doen. Niet alle middelbare scholen kunnen zo’n status aanbieden. De Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen, SSgN, is één van de 29 topsportscholen in Nederland die deze LOOT-status biedt aan sporttalenten.

Tamarah Teunissen. Foto: Eva Koudijs

Topsportbegeleider Tamarah Teunissen begeleidt de jonge topsporters op de middelbare school. Ze heeft vroeger gevolleybald en op redelijk hoog niveau gezaalvoetbald. Teunissen is afgestudeerd aan de sportacademie in Tilburg en geeft sinds 1999 les als docent lichamelijke opvoeding en bewegen, sport en maatschappij, BSM, op de SSgN. Daarnaast begeleidt ze topsporters die een LOOT-status hebben gekregen. Dat houdt in dat zij hun lesrooster aanpast op hun trainingsschema en ze voert gesprekken met de sporttalenten, ouders en trainers. “Ik loop er wel eens tegenaan dat ik alles voor de topsportleerlingen regel en doe, terwijl ze zelf achterover leunen en minder gemotiveerd zijn. Ondanks dat ze al zo’n uitzonderingspositie hebben”, aldus Teunissen. Teunissen lost dit op door meer verantwoordelijkheid bij hen neer te leggen. “Laat het maar een keer gebeuren en fout gaan. Dan ervaren ze zelf dat ze een keer echt iets moeten doen.” Als een topsportleerling naar training gaat en daardoor een belangrijke toets mist, moet die worden ingehaald. Zodra de leerling hier niet achteraan gaat, wordt de toets niet gemaakt en komt er een onvoldoende op de cijferlijst. Zo komen ze er vanzelf achter dat ze zelf actie moeten ondernemen.

In een gesprek tussen Teunissen en de sporttalent hebben ze het over motivatie en doelen; wat wil je op school, wat wil je bereiken in de sport en hoe is de thuissituatie. Vooral dit laatste is erg belangrijk. “Ik heb van de week een training bij iemand er af gehaald, omdat de leerling onvoldoendes haalde voor het vak Engels. De ouders ging hier niet mee akkoord en gaven aan dat sport voor school gaat, terwijl de leerling dit jaar zijn diploma moet halen. Op deze manier, wel trainen en niet naar de les gaan, gaat dat niet. Ik leg dan aan de ouders uit waarom wij bepaalde keuzes hebben gemaakt en uiteindelijk komen we tot een tussenoplossing. Ouders zijn nodig om samen tot een einddoel te komen”, aldus Teunissen.

Stedelijk Scholen Gemeenschap Nijmegen. Foto: Eva Koudijs

“Ik zie dat leerlingen vaak de lat hoog leggen. De vraag is dan of de ouders dat doen of dat het echt vanuit de leerling is. In dat geval ga ik met de sporter hierover praten”, aldus Teunissen. Zodra ze ziet dat het niet goed gaat met de topsporter, op bijvoorbeeld psychologisch vlak of een ongezond eetpatroon, neemt ze contact op met topsport Gelderland*. Vervolgens krijgt de leerling een gesprek met een sportpsycholoog of een voedingsdeskundige die hem verder helpt. Vaak gaan sporttalenten in combinatie met een blessure niet lekker in hun vel zitten. In sommige gevallen besluiten ze dan om te stoppen met hun sport. Daarom kiezen ze op de SSgN er bewust voor om de topsporters in gewone klassen te zetten. “Stel dat de sporter besluit om te stoppen dan zou dat betekenen dat diegene ook nog eens uit de topsportklas moet en naar een ‘gewone’ klas moet. Nu blijven ze daarentegen in hun eigen klas en dus in een veilige omgeving”, aldus Teunissen.

Het belangrijkste voor een jonge topsporter blijft nog het plannen. Op die leeftijd is dat vaak nog erg lastig. Teunissen probeert ze ook daar in te sturen. “Sommige topsportleerlingen hebben er ook nog een bijbaantje bij, waarvan ik denk hoe doe je het?” Zodra de topsporter het allemaal goed voor elkaar heeft en ook nog een mooie prestatie in de sport heeft neergezet, is ook Teunissen erg blij. “Als ik bij die prestatie heb kunnen meedelen, is dat helemaal gaaf”, aldus Teunissen.

*Voor meer informatie over topsport Gelderland zie: http://topsportgelderland.nl/over-ons/

Geschreven door Lot Boone